Het was 1958. Ik was net 4 jaar geworden.
Ik zat in de eerste klas van de kleuterschool.
Altijd wanneer een kind jarig was (is dat nog steeds zo?) dan mocht dat kindje samen met 2 vriendjes de klassen rond en dan kregen alle Meesters en Juffen van de andere klasjes iets Lekkers.
Dat Lekkers was altijd iets Groters, iets bijzonderders dan het snoepje dat aan de kindjes werd uitgedeeld.
Mijn juf had een grote trommel waarin ze die buitengewoon lekkere koekjes, cakejes, bonbons of whatever bewaarde.
Voor noodgevallen.
Voor als er eens een kind flink hard was gevallen of wanneer er een enorme prestatie was geleverd waarvoor het een beloning had verdiend. Een klasgenootje van de dood gered of helemaal alleen het hele lokaal opgeruimd.
Dat kind mocht dan ter troost of ter beloning iets kiezen uit de trommel.
In 1958 had ik nog niet veel snoep of lekkers ervaren in mijn leven, behalve af en toe eens bij oma.
Affijn, op deze dag kwam er een kind uit een ander klasje en onze juf kreeg een Chocoprince.
En de Prins werd zorgvuldig in de Trommel gelegd.
Nog NOOIT had ik zoiets gezien.
Alleen al die verpakking! Dat gouden papier. De grootte ervan! Niet een klein prutserig dingetje neen een lekkere grote superkoek met chocola eromheen.
Ik moet zeggen dat het het meest onweerstaanbare, onbereikbare en ontoegankelijkste hebbeding was dat ik ooit bewust zag. Onbereikbaar maar toch (zei iets in mij)…
Zo dichtbij!
Nooit tevoren voelde ik zo’n drang, noodzaak én mogelijkheid om alles op alles te zetten om dit ding te veroveren.
Deze Chocoprince wordt de mijne en ik heb er alles voor over.
Voor het eerst van mijn leven maak ik bewust een plan. (Dat was nooit eerder nodig geweest)
Ik bedenk de actiestappen en hoe ik deze uit moet voeren.
Ik overweeg de logistiek en houd rekening met calamiteiten.
Voor het eerst van mijn leven ervaar ik een gevoel van focus, concentratie, opwinding en ernstige noodzaak om dit plan te laten slagen.
Terwijl ik braaf in de poppenhoek zit doet mijn kleuterbrein erg haar best en werkt overuren. Ik moet behalve goed plannen ook opschieten want straks gebeurt er een ongelukje en gaat een ander er met mijn heerlijke prins vandoor.
Ik had mijn plan snel klaar en zo’n beetje gecalculeerd dat de kans van slagen redelijk groot zou zijn maar het had wel alles te maken met hoe ik de aktiestappen zou uitvoeren en hoe alert en vasthoudend ik zou zijn tijdens het moment van eh…de waarheid.
Nu, hier komt het plan.
Het plan was om een paar blokken uit de blokkendoos te halen en ze zo lang mogelijk kwijt te laten zijn. Verstoppen dus. Zodat aan het eind van de dag als er opgeborgen moest worden, ik degeen zou zijn die de blokken zou vinden. Uiteraard niet meteen, nee, pas na een landurige zware zoektocht waar iedereen bij betrokken zou worden. Het moest een soort uitputtingsslag worden had ik bedacht. Dan was de kans het grootst dat er ook een beloning op zou volgen.
Logistiek was ik nog niet heel gevorderd want ik herinner me dat ik zowat de hele dag met drie grote blokken in mijn onderbroek heb gelopen. Waar anders dan daar was het volkomen veilig?
Aan het eind van de dag, jahoor, geheel volgens plan, moest de blokkendoos gevuld en er misten enkele blokken. Zoeken jongens!!
Na een verhitte zoektocht kroop ik in een kast (ik moest immers de blokken uit mijn broek toveren en dat mocht niemand zien dus ik moest eerst mezelf even verstoppen) en ik sprong naar buiten, “spontaan” roepend : “gevonden!!!”
En de trommel kwam van de kast af waarop ik met bonzend hart mijn beloning in ontvangst nam. Onderweg naar huis lopend met mijn buit (ja dat was nog in de tijd dat je als kleuter in je uppie gewoon naar en van school liep) heb ik mijn heerlijke prins verorberd.
Hoe die smaakte?
Het overweldigende gevoel van overwinning, dat gevoel van álles is mogelijk, die verbazing en die heerlijke rush toen het tot me doordrong dat mijn plan was geslaagd werd overschaduwd door een enorm gevoel van schuld en schaamte.
Heel goedwist ik dat ik niet iemand van de dood had gered en ook had ik geen mooie prestatie geleverd die in de kleuterschoolarchieven een plekje had verdiend.
Nee…ik had eigenlijk iets heel stouts gedaan. Ik had nu een prins die ik niet had verdiend.
Behalve een ogenschijnlijke overwinning was dit een ernstige misdaad.
Uiteraard kon ik dit heerlijke geluksgevoel dat was vergezeld van haar schaduwkant met niemand delen! Niet thuiskomen en vertellen “hoor nu eens pap en mam wat mij vandaag is gebeurd!”…..neee, in stilte moest ik hierover contempleren. En meerdere overtuigingen waren geboren op deze dag.
In ieder geval werd hier succes voor eeuwig gerelateerd aan schuld en schaamte.
Ja, het duurde wel 50 jaar voordat ik me heb gerealiseerd dat ik die gewoonte om me schuldig te voelen wanneer ik een of ander succesje boek gerust kan loslaten. Is over de houdbaarheidsdatum, niet meer nodig! Alleen het me te realiseren was niet helemaal voldoende, dit soort overtuigingen zitten diep verankerd in je celletjes. Ik moet echt goed in de gaten houden dat, wanneer het soms weer eens opduikt (vaak weer heel anders verpakt) dat ik gewoon mijn succes mag vieren. En nee, dat heeft geen consequenties.
Heb jij ook zo’n soort verhaal?
Welke emoties heb jij met elkaar verbonden?
Bianca
op 14 Sep 2019